Directieve therapie wordt toegepast bij cliënten met een duidelijke eenduidige klacht. De therapie richt zich enkel op die ene klacht, en dus niet op een groter, minder duidelijk omschreven doel zoals ‘persoonlijke groei’. De psycholoog en de cliënt brengen eerst gezamenlijk in kaart wat precies de klacht is en/of van welke problemen er sprake is. Vervolgens geeft de cliënt aan welke dingen hij/zij graag zou willen veranderen. Hierbij is het vooral belangrijk wat u uiteindelijk wilt bereiken met een verandering. Zodra het doel duidelijk is start de directieve therapie eigenlijk pas echt, dan zal de psycholoog namelijk met opdrachten en adviezen komen om dit doel te bereiken.
Cognitieve therapie, oplossingsgerichte therapie en gedragstherapie (omschrijvingen hiervan vindt u bij de behandelmethoden) zijn behandelingen die vaak op een directieve manier worden toegepast; de therapeut geeft bijvoorbeeld huiswerkopdrachten mee. Directieve therapie is pragmatisch. Ze gebruikt en combineert werkzame elementen uit verschillende therapieën die hun praktisch nut hebben bewezen. Zo worden technieken en strategieën uit onder andere de cognitieve gedragstherapie en de oplossingsgerichte therapie in een therapeutisch kader geplaatst en creatief naast elkaar gebruikt. Zo kan een effectief veranderingsplan op maat gemaakt worden.